Gebouw: Phillips
Exeter Academy Library
Locatie: Exeter,
New Hampshire, VS
Functie:
Bibliotheekgebouw
Bouwlagen: 9
Hoeveelheid:
160.000 boeken
Capaciteit:
250.000 boeken
Wegens
ruimtegebrek in de vijftige jaren zocht de middelbare school naar een architect
om een geheel nieuw gebouw te ontwerpen. In het midden van de zestige jaren had
de firma van O’Connor & Kilham een idee klaarliggen in tradiotionele stijl.
Alleen jammer genoeg voor hen werd Richard Day de nieuwe directeur van de
school en vond het idee niet aantrekkelijk. Hij wou, "the very best contemporary architect
in the world to design our library", een ontwerp van de beste moderne
architect van de wereld. Er stonden velen vooraanstaande architecten klaar om
te ontwerpen. Het comité was geïnteresseerd in Kahn’s eerste ontwerpen en zijn
kansen vergrootten toen het comité later een uitnodiging kreeg van Jonas Salk,
waarvan de zoon op de school had gezeten, om te komen kijken bij het Salk institute die
Kahn had ontworpen. In november 1965 mocht Kahn gekozen tot de architect van
het gebouw.
Kahn had al enkele gedachtegangen over bibliotheken, omdat
hij al eerder gevraagd was door Washington University. Twee citaten van Kahn
over boeken zijn:
"A
book is tremendously important. Nobody ever paid the price of a book, they only paid
for the printing"
"How precious a book is in light
of the offering, in light of the one who has the privilege of the offering. The library tells you of this offering"
Exterieur
Het comité
vroeg om een uiterlijk dat bescheiden was, maar met een uitnodigende moderne uitstraling. De façade heeft daarom een
nuchtere uitstraling gekregen passend bij een New England’s dorp. Het bestaat
vooral uit baksteen met teak houten panelen in de gevelopeningen waarachter een
paar houten studeerplaatsen bevinden. Deze wanden dragen de buitenste ring van
het gebouw. Dit laat Kahn zien door de bakstenen wanden steeds breder te maken
van boven naar onder en de raamopeningen dus smaller. Daarbij zei Kahn: "The weight
of the brick makes it dance like a fairy above and groan below."
De hoeken van het gebouw zijn afgekant om de constructie te
tonen van de buitenste “douhgnut”. Deze ruimtes zijn 4,9m diep.
De bovenste rij
wandopeningen maakt deel uit van het ritme van de ramen, alleen heeft geen glas
in zich en bevindt zich boven het dak. 1,8m onder deze openingen volgt een
arcade langs de buitenste ring. Een andere zuilengang bevind zich op de begane
grond. Kahn hield niet van een gebouw die gedomineerd werd door zijn ingang en
heeft hem daarom verstopt achter deze gang.
De ingang is duidelijk gemaakt door de weg die erna toe leid, zo hoeft de symmetrie niet verstoord te worden.
De ingang is duidelijk gemaakt door de weg die erna toe leid, zo hoeft de symmetrie niet verstoord te worden.
Een cirkelvormige betonnen trap aan de ingang leidt de
bezoeker naar de bibliotheek. Boven aan de trap komt hij in een dramatische
centrale atrium met gigantische ronde openingen in de structuur waardoor de
verdiepingen met boeken zijn te zien. Aan de top van het atrium bevindt zich
een groot kruis die het licht verspreidt dat binnengelaten wordt door
lichtbeuken. Dit licht heeft veel overeenkomsten tussen het sacrale licht dat
een kathedraal binnenkomt. David Rineheart een architect die voor Kahn werkte
zei: voor Louis is elk gebouw een tempel. Zo is Salk een tempel voor de
wetenschap, Dhaka een tempel voor de regering en Exeter een tempel om te leren.
Het
grote atrium diende ook voor een eis van het comité. Dat was dat de lay-out van
de bibliotheek duidelijk moest zijn in een oogopslag. De hoogte (15,8m) en de
breedte (9,8m) van de centrale ruimte is in verhouding van de gouden snede, die
wordt gezien als de ideale verhouding. Een ander verwijzing naar de Vitruvius
is de ronde in het vierkant, deze komt overeen met de Vitruvius man.
Het comité vroeg ook voor veel studieruimtes met veel daglicht. Dit kwam overeen met Kahn’s persoonlijke eisen. Het staat ook bekend dat hij werkte met alleen daglicht zelfs in de donkerste dagen. Elk paar studieruimtes heeft een groot raam bovenin en een klein raam individueel waarbij je het daglicht kan dimmen door middel van een houten schuifluikje.
De
studieruimtes aan de buitenzijde was een idee van eerder waar hij voor de Washington University een bibliotheek moest
ontwerpen. Daar zag hij af van de traditionele opbouw met gescheiden ruimtes
voor boeken aan de buitenzijde en de leesruimtes richting het midden geplaatst.
Hij vond dat leesruimtes zich naast de boeken moesten bevinden en naast
daglicht. "A man with a book goes to the
light. A library begins that way. He will not go fifty feet away to an electric
light." Voor elke 2 verdiepingen boeken is er 1 verdieping studieruimtes,
de studieruimtes vinden zich dus plaats in een vide.
De structuur van de bakstenen buitenwand samen met het ontwerp van de studieloketten zorgt voor een afgezonderde plek om te studeren zoals Kahn het wilde bij een bibliotheek.
"desire to find a space construction system in which the carrels were inherent in the support which harbored them ... Wall-bearing masonry construction with its niches and vaults has the appealing structural order to provide naturally such spaces."
VORMEN
Kahn staat bekend om het gebruik met primaire vormen zoals
cirkels, vierkanten en driehoeken. Hij gebruikte de primaire vormen voornamelijk om een groter geheel samen te vatten. Zo is het gebouw bijna een cubus, de trap een cirkel en het atrium bestaat uit een grote ronde opening in een zware constructie.
KLEUR
De kleur van de materialen is simpel. Het hout is bruin, het beton is grijs en de baksteen is donkerbruin. Kahn zijn idee is om het gebouw monumentaal te maken en andere kleuren dan de natuurlijke materiaalkleuren horen daar niet bij.
BEWEGING
VORMSOORTEN
Samenhang
Het gebouw bestaat net zoals een wespennest uit
concentrische lagen. Dit zijn vormen met als overeenkomst een middelpunt. Kahn
verwerkt zijn gebouwen altijd in een totale massa. Daarin verdeeld hij de
functies op een doorzichtige gerangschikte manier voor een open karakter.
Dragen
Wanneer je naar een krab kijkt lijkt het alsof het binnenin
een stevig skelet heeft die het lichaam overeind houdt. Dit is alleen niet zo,
de schil draagt alle krachten en binnenin zit niets constructiefs.
Als je dit vergelijkt met de bibliotheek in Exeter dan lijkt
het alsof het beton van de middelste “doughnut” het gebouw draagt. Het beton
draagt slechts de boekencollectie, maar het gebouw zelf wordt gedragen door de
bakstenen ( 3de ) “doughnut”. Zo speelt Kahn altijd met de
constructie en laat hij het meestal ook in het zicht.
De
herhaling in het gebouw komt op twee manieren voor.
§ Dmv de symetrieassen in het
gebouw, die af te leiden is van het praktisch natuurlijk evenwicht. Als het
gewicht van een dier oneerlijk verdeeld is over de symetrieas dan is het
evenwicht moeilijker te behouden.
§ Dmv de stapeling per twee verdiepingen. Omdat er sprake is van een grote
collectie moet dit verdeeld worden over meerdere verdiepingen. Dit doet Kahn
door middel van twee verdiepingen boekencollecties met één verdieping studieruimte
twee maal te herhalen.
De herhaling zorgt ervoor dat je al snel bekend bent in het
gebouw en vergroot dus het overzicht.
MAQUETTE 1
In de maquette is de samenhang van de concentrische "doughnuts" te zien. Deze "doughnuts" dragen zichzelf en zijn niet met elkaar verbonden. De herhaling zit in de "doughnuts", deze komen terug in een grotere maat.
VORMCONCEPTEN
Maat
Kahn stond bekend om zijn toepassing van de menselijke maat
op monumentale schaal. De menselijke maat kwam niet alleen letterlijk terug
maar ook figuurlijk. Zo gebruikt Kahn in het atrium van Exeter niet alleen de
gulden snede maar ook de vormen van het Vitrivius figuur van Davinci.
Zoals bij de beer is het contrast van uiterlijk en innerlijk
het grootste. De beer ziet er erg knuffelbaar uit met zijn pluizige vacht maar
toch is het een roofdier die je zou verslinden.
Dit komt ook voor bij Exeter. Zo komt de “veelzijdig
geperforeerde” gevel erg kalm over en het atrium binnenin, die direct te zien
is vanaf de inkomst, zwaar dramatisch met het licht gelijk aan kathedraal licht
en de zware betonnen constructie met grote ronde openingen.
Stijl
De stijl die Kahn hanteert is brutalisme. Bij deze stijl is
het gebruikelijk om de wanden onafgewerkt en rauw te laten. Door de in het zicht gelaten constructie ontstaat
er een gebouw bestaande uit geometrische bouwvormen. Bij deze stijl horen natuurlijke ‘basis’
materialen zoals: baksteen, beton en hout. Kahn zelf heeft een fascinatie voor
basisvormen zoals: driehoeken, cirkels en vierkanten , met deze vormen haalt
hij het hokjesprincipe uit gebouwen en maakt het meer één geheel.
MAQUETTE 2
In deze maquette is het contrast te zien tussen de twee façades. De een geeft een open gevoel dankzij de grote driehoek, de ander geeft een gesloten gevoel omdat het enkel muur is. Toch is het gebouw open vanwege de grootte (maat) van de driehoek. Kahn's stijl is typerend vanwege zijn gebruik van primaire vormen en dat zie je ook terug in de cubus met de uitgesneden prisma met driehoekig grondvlak.
STRUCTURELE/BASISELEMENTEN
Lijn / Vlak / Volume
Door de hoeken niet samen te brengen wordt elke gevel gezien
als enkel een vlak en geen volume. Ze komen over als windschermen met
daarbinnen iets geheimzinnigs en meer krachtig. De bakstenen wand bestaat uit een raster
(lijnen parallel en haaks op elkaar).
Binnen de bakstenen muren staat er een zwaar betonnen constructie,
deze omsluit een leeg volume, het atrium. Dit atrium brengt het gebouw samen.
Vanwege de concentrische opbouw van het gebouw raak je al
snel verdwaald. Het atrium zorgt er dan voor dat je je kan oriënteren op
windrichting maar ook op hoogte. Dit werkt volgens hetzelfde principe als een
raam in een gevel, alleen laat het atrium een overzicht zien van het gebouw ipv
het landschap.
Wanneer je het atrium weglaat en men middenin het
gebouw bevind zal hij veel moeilijker weten welke richting hij heen kijkt.MAQUETTE 3
In dit plaatje is te zien hoe lijnen een vlak vormen en hoe slechts twee vlakken en ruimte vormen door middel van inklemmen.
PROMINENTE CONCEPTEN
Samenhang
Kahn zijn gebouwen bestaan altijd uit duidelijke vormen uit
primaire vormen die in elkaar zijn gevlecht. De cilinders, cubussen, balken en
prisma’s hebben een duidelijke vorm en komen daardoor sterk naar voren.
Stijl
Kahn is van het modernisme geëvolueerd in het brutalisme.
Dit is een sub stijl die beïnvloed is op het materiaalgebruik van de Romeinen.
Dit materiaal is van zeer goed kwaliteit en zorgt voor een monumentaal gebouw.
Volume
Wat typerend is bij Kahn is dat hij centraal een volume creëert
die niet altijd een nadrukkelijke functie heeft maar waardoor het gebouw wel
zijn kracht krijgt.
MAQUETTE 4
In de maquette is te zien hoe de samenhang van vier losse vlakken en een dak een gesloten ruimte/volume vormen. De stijl die terugkomt is het robuuste van het brutalisme. Dit is te zien in de materialisatie, het is ruw gesneden en ingekleurd met kool.
PROMINENTE CONCEPTEN V/D GROEP
Symmetrie
In (bijna) al Kahn zijn gebouwen is er een symmetrielijn te tekenen. Hij gebruikt zowel lijnsymmetrie als puntsymmetrie. Dit maakt het gebouw overzichtelijk en in evenwicht.
Geometrie
Zoals in bijna elke weekopdracht te zien is is Kahn zijn gebruik van geometrie erg kenmerkend.
Contrast
Kahn gebruikt vooral contrast in materiaal en in geslotenheid.
Meestal zit er een gevoel bij het materiaal zoals bij hout en baksteen een warm gevoel geschikt voor kalme ruimtes (bv. zelfstudie of woonruimte) en zoals bij beton een koud gevoel voor drukke ruimtes (bv. opslag, spreekruimte en openbare ruimte).
De gebouwen van Kahn hebben een meestal een gesloten uiterlijk vanaf de buitenkant maar vanaf binnen altijd heel open.
MAQUETTE 5
In de maquette is er een vergelijking gemaakt tussen Kahn en Hunebedden. De overeenkomst zit in de massale materialen die zowel de "Huynen" als Kahn gebruikte. Bij de Hunebedden ontstaat er een contrast tussen de solide afkerende uitstraling en de open ruimte binnenin. In de maquette zitten primaire geometrische vormen (driehoeken, vierkanten en cirkels) verwerkt tussen de drie stenen. De Hunebedden zijn oorspronkelijk in een puntsymmetrie geplaatst.
MAQUETTE 4
In de maquette is te zien hoe de samenhang van vier losse vlakken en een dak een gesloten ruimte/volume vormen. De stijl die terugkomt is het robuuste van het brutalisme. Dit is te zien in de materialisatie, het is ruw gesneden en ingekleurd met kool.
PROMINENTE CONCEPTEN V/D GROEP
Symmetrie
In (bijna) al Kahn zijn gebouwen is er een symmetrielijn te tekenen. Hij gebruikt zowel lijnsymmetrie als puntsymmetrie. Dit maakt het gebouw overzichtelijk en in evenwicht.
Geometrie
Zoals in bijna elke weekopdracht te zien is is Kahn zijn gebruik van geometrie erg kenmerkend.
Contrast
Kahn gebruikt vooral contrast in materiaal en in geslotenheid.
Meestal zit er een gevoel bij het materiaal zoals bij hout en baksteen een warm gevoel geschikt voor kalme ruimtes (bv. zelfstudie of woonruimte) en zoals bij beton een koud gevoel voor drukke ruimtes (bv. opslag, spreekruimte en openbare ruimte).
De gebouwen van Kahn hebben een meestal een gesloten uiterlijk vanaf de buitenkant maar vanaf binnen altijd heel open.
MAQUETTE 5
In de maquette is er een vergelijking gemaakt tussen Kahn en Hunebedden. De overeenkomst zit in de massale materialen die zowel de "Huynen" als Kahn gebruikte. Bij de Hunebedden ontstaat er een contrast tussen de solide afkerende uitstraling en de open ruimte binnenin. In de maquette zitten primaire geometrische vormen (driehoeken, vierkanten en cirkels) verwerkt tussen de drie stenen. De Hunebedden zijn oorspronkelijk in een puntsymmetrie geplaatst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten